Beleidsplan

Beleidsplan 2020-2022

Vastgesteld op 31 oktober 2019 en opnieuw vastgesteld
op 2 augustus 2020 door het bestuur van Stichting
Indisch Genealogisch Erfgoed (SIGE)

1. Inleiding

Dit beleidsplan is voor de eerste maal op 31 oktober 2019 vastgesteld door het bestuur van Stichting Indisch Genealogisch Erfgoed (hierna de Stichting), toen bestaande uit Drs. R. (Rob) Mostert, Drs. R.G. (Roel) de Neve en Drs. R.S. (Ralph) Ravestijn, respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester, en in geactualiseerde vorm opnieuw vastgesteld op 2 augustus 2020 door het bestuur van de Stichting bestaande uit Drs. M. (Mark) Berkhout, Drs. R.G. (Roel) de Neve en Drs. R.S. (Ralph) Ravestijn, respectievelijk voorzitter, secretaris en penningmeester. Actualisering van dit beleidsplan was noodzakelijk door het overlijden van Rob Mostert en met het oog op veranderingen in de structuur van de website. Dit beleidsplan bestrijkt de jaren 2020 tot en met 2022 en vormt het fundament onder de activiteiten van de Stichting in bovengenoemde beleidsperiode. De periode die door dit beleidsplan wordt bestreken is als gevolg van de actualisering niet gewijzigd.

2. Organisatie

De Stichting is op 23 mei 2019 ten overstaan van notaris Mr. H.M.F. Neve te Leiderdorp opgericht door Drs. R. Mostert, Drs. R.G. de Neve en Drs. R.S. Ravestijn voornoemd. Zij beschikken over unieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de Indische genealogiebeoefening, mede door hun jarenlange nauwe betrokkenheid bij de Indische Genealogische Vereniging (IGV) en De Indische Navorscher (DIN, het jaarboek van de IGV). Zij functioneerden daarbij in uiteenlopende hoedanigheden en rollen en traden onder meer op als waarnemend voorzitter en secretaris van het bestuur, redacteur, onderzoeker en auteur. Bij de IGV was hun belangrijkste missie het stimuleren van enerzijds kwalitatief goed Indisch genealogisch onderzoek en anderzijds de genetische genealogie.

De expertise van de Stichting omvat onder meer genealogisch en historisch onderzoek, schrijven en redigeren van tekst, redactionele werkzaamheden, begeleiden van boekproducties, projectmanagement en financieel management.

Het bestuur van de Stichting bestaat uit ten minste drie bestuursleden en fungeert op dit moment tevens als redactie van de publicaties van de Stichting.

De Stichting heeft geen winstoogmerk en is niet gericht op vermogensont¬wikkeling.

Het eventuele vermogen van de Stichting en ontvangen donaties worden aangewend om de kosten te dekken die samenhangen enerzijds met activiteiten die bijdragen aan de continuïteit van de Stichting en anderzijds met het uitvoeren van onderzoeksprojecten en het publiceren van onderzoeksresultaten.

Bestuursleden en medewerkers van de Stichting ontvangen geen bezoldiging en kunnen indien de financiële middelen aanwezig zijn ten behoeve van de Stichting gemaakte kosten declareren.

De Stichting ziet als haar doelgroep Nederlanders of voormalige Nederlanders met een Indische familiegeschiedenis, alsmede iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Nederlandsch-Indië en/of de families wier oorsprong in Europa lag of die behoorden tot de groep der Inlandse Christenen (Christeninlanders) en die vóór 1950 in Nederlandsch-Indië leefden en na de onafhankelijkheid van Indonesië (27 december 1949) naar Nederland of Nederlands Nieuw-Guinea vertrokken, in Indonesië achterbleven of zich direct of later elders in de wereld hebben gevestigd.
Een ieder die sympathiek staat tegenover de doelstelling en activiteiten van de Stichting kan eenmalig of structureel donateur worden. Het donateurschap is niet gebonden aan een bepaald bedrag.

3. Uitgangspositie en ontwikkelingen

3.1. Uitgangspositie

Het Indisch genealogisch onderzoek wordt op dit moment gedomineerd door onderzoeken die betrekking hebben op een bepaalde familie en haar bloedverwanten. Onderzoekers worden daarbij vooral gedreven door nieuwsgierigheid naar hun eigen Indische familieachtergrond. Zij publiceren hun onderzoeksresultaten relatief vaak op een eigen website. Een enkele maal worden die resultaten ter publicatie aangeboden aan derden, zoals de hiervoor al genoemde IGV.

Mede als gevolg van het digitaal beschikbaar komen van steeds meer bronnen onderzoekt een toenemend aantal mensen uit liefhebberij hun Indische roots. Opgedane kennis wordt in de vorm van vooral genealogieën en parentelen via internet met anderen gedeeld. Daar staat tegenover dat professionele historici bij het beantwoorden van hun onderzoeksvragen met betrekking tot de Indische Nederlanders tot op heden relatief weinig gebruik maken van de genealogie als onderzoeksmethode. Bij velen van hen heerst een zeker dedain als het gaat om genealogisch onderzoek(ers). Dit is mede te wijten aan de kwaliteit van de gepubliceerde resultaten (op internet) van het door (vrije tijds)genealogen verrichte onderzoek. Die kwaliteit laat inderdaad helaas te vaak het nodige te wensen over. Tot de belangrijkste kritiekpunten behoren het niet vermelden van primaire bronnen en het klakkeloos van elkaar overnemen van gegevens.

Op het werkterrein van de Stichting zijn meerdere spelers actief, waarvan er hier enkele worden genoemd. Het Indisch Familie Archief (IFA) te ’s Gravenhage beheert een unieke collectie familieboeken, familiedossiers, familiearchieven, fotoalbums en losse familiedocumenten en foto’s die voor het Indische familieonderzoek van groot belang is. De collecties van het IFA nemen door schenkingen voortdurend in omvang toe. Het IFA houdt twee maal per week kantoor in het gebouw van de Centrale Bibliotheek Den Haag en biedt belangstellenden de mogelijkheid haar collecties ter plekke in te zien. Tevens zijn aan het IFA vrijwilligers verbonden die via e-mail gestelde vragen beantwoorden.
Ook bij het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG| Centrum voor Familiegeschiedenis) en het Nationaal Archief, beide eveneens te ’s Gravenhage gevestigd, berusten belangrijke Indische bronnen. Beide instellingen behoeven hier geen nadere introductie.
Het Familiecentrum van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Leeuwarden is tegenwoordig de plaats waar men de voor het Indisch onderzoek zo belangrijke collectie Bloys van Treslong Prins kan raadplegen.
De IGV biedt onderzoekers de mogelijkheid hun onderzoeksresultaten digitaal of op papier te publiceren en stimuleert waar mogelijk het digitaliseren van Indische bronnen en het vergroten van de kennis en kunde van onderzoekers.
De website Indisch4ever biedt in een forumachtige omgeving veel informatie over Indische families en hun bloedverwanten die door leden van die families zelf worden verstrekt.

3.2. Ontwikkelingen

Binnen de doelgroep van de Stichting zal steeds minder sprake zijn van directe kennisoverdracht met betrekking tot de Indische familiegeschiedenis en genealogie. Dit omdat de generatie Indische Nederlanders die Nederlandsch-Indië nog bewust heeft meegemaakt langzamerhand uitsterft. Voor nieuwe generaties Nederlanders en voormalige Nederlanders met Indische roots komen Nederlandsch-Indië en hun Indische familieverleden daardoor steeds verderaf te staan en naarmate de tijd vordert, wordt dit alleen nog maar versterkt.

Digitalisering en ontwikkeling van het internet zijn fenomenen die doorontwikkeld worden en daardoor ook bij het Indisch familieonderzoek een steeds grotere rol spelen. Enerzijds worden daardoor nieuwe generaties gestimuleerd onderzoek te doen naar hun Indische roots, anderzijds zal het internet voor het publiceren van Indische familiegeschiedenissen en genealogieën een steeds belangrijkere plaats innemen. Dit vergroot de kans dat de kwaliteit van het Indische familieonderzoek en de gepubliceerde onderzoeksresultaten verder onder druk komt te staan.

Voor de Stichting betekent de voortschrijdende digitalisering dat zij steeds meer in een digitale omgeving opereert. Het belang van een website die het realiseren van de doelstellingen van de Stichting op een efficiënte en effectieve wijze ondersteunt, neemt daardoor toe. Daarbij is de aandacht vooral gericht op kwaliteit en het ondersteunen van zowel professionele, als niet-professionele onderzoekers die kennis over de (Indo-)Europese families in Nederlandsch-Indië op een wetenschappelijk verantwoorde wijze willen vergaren, vastleggen en verspreiden.

4. Missie en visie

De Stichting zet zich in voor het op een wetenschappelijk verantwoorde wijze vergroten, vastleggen en overdragen van het Indisch genealogisch erfgoed, i.e. genealogische gegevens in de meest ruime betekenis van het woord met betrekking tot de (Indo-)Europese families in Nederlandsch-Indië en hun nazaten in Nederland en elders op de wereld. De aandacht is daarbij nadrukkelijk ook gericht op het uitvoeren van onderzoeksprojecten die de genealogie van een bepaalde familie overstijgen en zijn opgezet vanuit een meer historische invalshoek. Met dit laatste wil de Stichting bijdragen aan het vastleggen voor komende generaties van Indisch cultureel erfgoed in de verwachting dat deze generaties daardoor de koloniale samenleving in Nederlandsch-Indië beter kunnen begrijpen. Idealiter kunnen de onderzoeksresultaten ook dienen als basismateriaal voor educatieve activiteiten, waarbij het overdragen van historische kennis centraal staat.

De Stichting beoogt bij dit alles te inspireren en enthousiasmeren, in de ver¬wachting dat zowel professionele als niet-professionele onderzoekers daardoor extra worden gestimuleerd tot het doen van historisch en genealogisch onderzoek naar Nederlanders met een Indische achtergrond.

De Stichting wil bovendien laagdrempelig zijn teneinde zoveel mogelijk mensen te bereiken die aan kennisvermeerdering kunnen bijdragen. Genoemde laagdrempeligheid krijgt mede vorm doordat de website van de Stichting voor iedereen gratis toegankelijk is. Daarbij kan bepaalde content achter een betaalslot beschikbaar worden gesteld.

De Stichting ziet zichzelf als onderdeel van een netwerk van gelijkwaardige en gelijkgerichte organisaties. Met inbreng van haar eigen expertise wil zij constructief samenwerken met alle partijen die actief zijn op haar werkterrein.

5. Doelstelling

Met het oog op haar missie stelt de Stichting zich ten doel het slaan van een brug tussen enerzijds het genealogisch onderzoek naar families en hun familienetwerken die tot 1950 gevestigd waren in Nederlandsch-Indië en aldaar werden gerekend tot de Europese bevolking of anderszins deel hadden aan de Europese samenleving of door bloedbanden met die samenleving waren verbonden, en anderzijds onderzoek dat is opgezet vanuit bijvoorbeeld een historische, demografische of sociologische invalshoek, gericht op het beantwoorden van historische vragen ten aanzien van bepaalde groepen binnen de Europese samenleving in Nederlandsch-Indië of van de Indo-Europeanen/ Indische Nederlanders in Nederlandsch-Indië/Nederland als groep in haar geheel, alsmede het vergroten, vastleggen en openbaar maken van de genealogische kennis over de bovengenoemde families.

6. Activiteiten

6.1. Algemeen

Kernactiviteit van de Stichting is het initiëren en (zelf of laten) uitvoeren van onderzoeksprojecten of het vanuit haar specifieke deskundigheden bijdragen aan onderzoeksprojecten van derden. Het gaat hierbij om projecten die bijdragen aan het vergroten van de kennis over de geschiedenis van de (Indo-)Europeanen en de inlandse Christenen (Christeninlanders) in Nederlandsch-Indië en waarbij historisch en genealogisch onderzoek hand in hand gaan. Voor de periode die dit beleidsplan bestrijkt, zijn vooralsnog projecten gepland die zullen resulteren in voor een breed publiek toegankelijke en wetenschappelijk verantwoorde historische publicaties over de perkeniers op Banda en de inlandse Christenen van Toegoe. Voor de periode na 2022 wordt op dit moment gedacht aan publicaties over de belanda hitam (nazaten van Afrikaanse KNIL-militairen), Armeense families in Nederlandsch-Indië en de Europese landhuurders in de Javase vorstenlanden.
Als basis voor projecten die onder auspiciën van de Stichting worden uitgevoerd, dient een projectplan, waarin onder meer het doel van het project, de projectorganisatie en het projectresultaat worden beschreven en waarin een planning en een begroting is opgenomen.

Daarnaast stelt de Stichting haar genealogische expertise gratis ter beschikking aan zowel beginnende als meer ervaren onderzoekers die zich bezig houden met het onderzoek naar hun eigen familie. Dit kan variëren van bijvoorbeeld het geven van tips voor verder onderzoek tot het bieden van hulp bij het publicabel maken van een genealogie. Bovendien biedt zij aan onderzoekers de mogelijkheid hun genealogie op de website van de Stichting te publiceren.

Het online houden van een website die een breed publiek aanspreekt en stimuleert, is voor de Stichting een belangrijk middel voor het realiseren van haar doelstelling en het uitvoeren van haar missie. De website van de Stichting vormt voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de Europeanen in Nederlandsch-Indië een belangrijk portaal. Het gebruikersvriendelijk houden van de website krijgt voortdurend de aandacht, evenals het aanpassen van de website aan nieuwe ontwikkelingen.
Naast de digitale aanwezigheid treedt de Stichting op als uitgever van publicaties op papier. Ter bestrijding van de kosten worden subsidies geworven.

6.2. Website

De content van de website bestaat uit een brede mix van onderwerpen die via het hoofdmenu gemakkelijk kunnen worden gevonden. Het hoofdmenu omvat de volgende inhoudelijke menu’s, te weten monografieën, genealogie en heraldiek, Indische roots BN-ers, en verhaal en beeld.

6.2.1. Monografieën

In dit menu worden de resultaten gepubliceerd van onderzoeken die de geschiedenis en genealogie van een enkele familie overstijgen. Daarbij gaat het enerzijds om onderwerpen die vanuit een historische invalshoek worden benaderd, anderzijds om het beantwoorden van specifieke onderzoeksvragen die vooraf zijn geformuleerd. Belangrijk is verder dat bij het zoeken naar antwoorden genealogisch onderzoek een cruciale rol speelt.

Wat de onderwerpskeuze betreft, gaat het om sociale groepen, etnische gemeenschappen en beroepsgroepen binnen de koloniale samenleving. De eerste categorie omvat personen/families die met elkaar interacteren, zich bewust zijn van een bepaalde groep deel uit te maken en waarden en normen delen. Hiertoe rekenen wij onder meer de perkeniers op Banda, Europese landhuurders in de Javase vorstenlanden, suikercontractanten, planters in Deli en vrijmetselaren. De tweede categorie omvat personen/families die zich specifiek op grond van afkomst, religie, taal, cultuur of geschiedenis nauw met elkaar verbonden voelen, zoals Armeniërs, Joden, Indo-Afrikanen (belanda hitam), Depokkers, Toegoenezen en Mestiezen van Kisar. Bij de derde categorie gaat het om personen die hetzelfde beroep uitoefenen, zoals ambtenaren bij het binnenlands bestuur (meer specifiek bijvoorbeeld de residenten), architecten bij de waterstaat en ’s lands burgerlijke openbare, predikanten en beoefenaren van vrije beroepen.

Op dit moment wordt onder redactie van Stichting Indisch Genealogisch Erfgoed door diverse onderzoekers gewerkt aan twee publicaties over respectievelijk de perkeniers op Banda en de inlandse Christengemeenschap te Toegoe bij Batavia (nu een wijk van Jakarta). De onderzoeksresultaten zullen worden verwerkt in twee boeken, die in de zomer van 2021 zullen verschijnen. Voor beide projecten is in het kader van de regeling Collectieve erkenning Indisch en Moluks Nederland een subsidie ontvangen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daarnaast zijn voor de middellange en lange termijn onderzoeksprojecten gepland die moeten leiden tot publicaties over de nazaten van Afrikaanse KNIL-militairen (belanda hitam), de Armeense families in Nederlandsch-Indië en de Europese landhuurders in de Javase vorstenlanden (Djokjakarta c.a. en Soerakarta c.a.). Iedereen die aan deze projecten een bijdrage kan en wil leveren, is van harte welkom en kan met de stichting contact opnemen via redactie@indischgenealogischerfgoed.nl.

Verder biedt dit menu ruimte voor enerzijds bronnenpublicaties, anderzijds bron¬bewerkingen die bijvoorbeeld de bedoeling hebben de Europese bevolking van een regio of plaats in kaart te brengen. Zo werkt Stichting Indisch Genealogisch Erfgoed in samenwerking met het Indisch Familiearchief aan een publicatie over de asal oesoel (asal usul). Als men tijdens de Japanse bezetting van Nederlandsch-Indië via dit afstammingsbewijs aantoonde dat men voldoende Aziatische voorouders had, hoefde men niet het kamp in. Op dit moment worden zoveel mogelijk asal oesoels verzameld. Het is de bedoeling deze in de hiervoor genoemde publicatie op te nemen. Iedereen die nog een asal oesoel in zijn bezit heeft, kan als hij dit wil met de stichting contact opnemen via info@indischgenealogischerfgoed.nl.

Bovendien denkt Stichting Indisch Genealogisch Erfgoed aan het opzetten van een project dat de Europese bevolking van het eiland Madoera in kaart moet brengen. Ook hier geldt dat iedereen die met ideeën en/of gegevens een bijdrage kan en wil leveren van harte welkom is en met de stichting contact kan opnemen via info@indischgenealogischerfgoed.nl.

Naast dit alles onderzoekt Stichting Indische Genealogisch Erfgoed de mogelijkheden voor (periodieke) uitgave van het ‘Groene Boekje’ (officieel getiteld Indische Genealogieën). Het Groene Boekje moet met de stichting als uitgever de tegenhanger worden het ‘Witte Boekje’ (met gele omslag), waarvan de titel officieel Nederlandse Genealogieën luidt. In laatstgenoemde publicatie, waarvan tot nu toe dertien delen verschenen, werden in het verleden ook de genealogieën van Indische families opgenomen.

Met het Groene Boekje zouden Indische families dus een eigen genealogisch ‘huis’ krijgen, wat natuurlijk mooi zou zijn. Afmetingen, uitvoering en inhoudelijke opzet van het Groene Boekje komen overeen met die van het Witte Boekje, Rode Boekje (Nederland’s Adelsboek) en Blauwe Boekje (Nederland’s Patriciaat).

Het is de bedoeling de kosten voor opname van een genealogie in het Groene Boekje zo laag mogelijk en betaalbaar te houden. Mocht het Groene Boekje gerealiseerd kunnen worden, dan is het streven het eerste deel in 2021 te laten verschijnen. Iedereen die in principe belangstelling heeft voor opname van zijn familie in het Groene Boekje en meer informatie wil hebben, kan met de stichting contact opnemen via info@indischgenealogischerfgoed.nl.

6.2.2. Genealogie en heraldiek

Het menu genealogie en heraldiek is onderverdeeld in de submenu’s genealogieën, DNA-genealogie, heraldiek, bronnen, overzicht Indische familienamen, zoekwijzer Indisch familieonderzoek en oproepen.

In het submenu genealogieën treft men genealogieën aan van families die in Nederlandsch-Indië deel hadden aan de Europese samenleving. Genealogieën die eerder werden gepubliceerd in DIN zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Zij zijn op de website van de Stichting gepubliceerd met toestemming van de auteurs. De in dit menu aangeboden genealogieën zijn voor iedereen gratis te lezen en te downloaden.

Het submenu DNA-genealogie bevat enerzijds artikelen die laten zien hoe DNA-genealogie in concrete gevallen een cruciale aanvulling kan zijn op het traditionele genealogische onderzoek (lees: archiefonderzoek) (afdeling 1), anderzijds meer algemene artikelen over DNA- of genetische genealogie (afdeling 2)

In het submenu heraldiek worden ‘Indische familiewapens’ gepubliceerd. Als Indische familiewapens worden aangemerkt:
• familiewapens van families in Europa die een tak in Nederlandsch-Indië hebben gehad;
• familiewapens die aantoonbaar voor het eerst in Nederlandsch-Indië zijn gebruikt;
• familiewapens die na 1949 zijn aangenomen door leden van uit Neder¬landsch-Indië afkomstige families.
Aan het publiceren van een familiewapen in dit submenu zijn voor inzenders geen kosten verbonden.

Het submenu bronnen bevat links naar bronnen en hulpmiddelen die van belang zijn voor het historisch en genealogisch onderzoek naar Indische families.

Het submenu overzicht Indische familienamen biedt een overzicht met namen van families met banden met Nederlandsch-Indië waarvan een (deel)genealogie of familiegeschiedenis is gepubliceerd.

Het submenu zoekwijzer Indisch familieonderzoek biedt een zoekwijzer die nuttig kan zijn voor degenen die onderzoek doen naar families met banden met Nederlandsch-Indië.

Het submenu oproepen nodigt bezoekers van de website van de Stichting uit een bijdrage te leveren aan lopende onderzoeken.

Genoemde submenu’s staan open voor bijdragen van de bezoekers van de website van de Stichting.

6.2.3. Indische roots BN-ers

Het koloniale verleden van Nederland brengt met zich mee dat vele Nederlanders Aziatische wortels hebben. In dit menu wordt aandacht besteed aan het Indische familieverleden van Nederlanders die aan de naoorlogse Nederlandse samenleving op een opvallende manier hebben bijgedragen. Ook bezoekers van de website van de Stichting kunnen aan dit submenu een bijdrage leveren.

6.2.4. Verhaal en beeld

Dit menu is onderverdeeld in de submenu’s boekbesprekingen, verhalen en Nederlandsch-Indië in beeld.

Het submenu boekbesprekingen bevat besprekingen van boeken die bijvoorbeeld gaan over de geschiedenis van Nederlandsch-Indië, Indische familiegeschiedenis en genealogie en voor Indisch familieonderzoek interessante bronnen.

Het submenu verhalen bevat familiegeschiedenissen. Zij kunnen bijvoorbeeld zijn gebaseerd op artikelen in de Indische kranten of op verhalen die binnen een familie zijn doorverteld.

Het submenu Nederlandsch-Indië in beeld bevat beeldmateriaal dat de bezoekers van de website een blik gunt op het Nederlandsch-Indië van vóór de Tweede Wereldoorlog.

Beide submenu’s staan open voor bijdragen van de bezoekers van de website van de Stichting.

7. Promotie

Via social media wordt bekendheid gegeven aan de Stichting en haar activiteiten. Daarnaast worden waar mogelijk andere middelen ingezet om de Stichting te promoten. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het geven van naamsbekendheid via gelijkgerichte organisaties en aanwezigheid en het verspreiden van promotiemateriaal tijdens publieke manifestaties.